Buitenbeentjes op de Olympische Spelen?
Waarom skateboarden, surfen, sportklimmen en breaken in essentie Olympisch zijn.
Nog een dag en skateboarden, surfen en sportklimmen zullen hun langverwachte eerbetoon maken op het grootste podium ter wereld, de Olympische Spelen 2020 in Tokio. Voor breaking moeten we jammer genoeg nog even wachten tot Parijs 2024.
Er is al veel gezegd over de hoeveelheid jongeren en miljarden mensen die ze in de wereld kunnen bereiken met deze niet traditionele Olympische sporten. Critici halen aan dat het een zakelijke en strategische zet is om de Olympische Spelen populairder te maken. Dit deden ze al succesvol met snowboarden tijdens de Winterspelen.
Alleen eren we deze sporten daarmee niet met waarvoor ze in essentie staan. Ze verdienen hun plaats op de Olympische Spelen al veel vroeger. De atleten presteren op een hoog prestatieniveau en proberen de grenzen van het normaal te doorbreken. Als buitenbeentjes of rebellen werden ze in de sport verkeerd begrepen. Allen zijn ze ontstaan in hun natuurlijk habitat, de straat, de oceaan en de bergen. Ze bouwen aan hun community waarbij ze hun eigen ding doen. Het is zoveel meer dan een ondankbare stigma van tegenin de stroom te gaan. In het bedrijfsleven versterken ze zo’n houding omdat het innovatief is en stellen ze dit gelijk met groei.
In deze high-performance omgevingen streven ze naar extremen. Waarbij ze allemaal met hun eigen persoonlijkheid en stijl bijdragen aan het Olympische motto “citius – altius – fortius” (sneller – hoger – sterker). Ze oefenen technische vaardigheden of trucs met alle gemak uit en ze gaan van het ene flow momentum naar het andere. Waardoor ze verbazingwekkend levendig en opwindend zijn om naar te kijken of zelfs te beoefenen.
Deze sporten zijn het tegenovergestelde van alledaags. Het zijn vormen van kunst, cultuur en levensstijlen die zelfs hun eigen muziek en modetrends hebben. Het beïnvloedt atleten positief. Ze verbetert het zelfvertrouwen, de zelfdiscipline, het zelfrespect, de veerkracht, de identiteit, de creativiteit, omgaan met angst, emotionele intelligentie... Al deze atleten voelen zich verbonden met elke sportcultuur en sommige kun je zelfs “Artleten” noemen. Nu ze erkend zijn door het Olympisch Comité zullen ze alleen maar in populariteit toenemen. Buitenbeentjes zullen rolmodellen worden, of gewoon rebellen met een doel.